Hûlya is reddende engel ‘Hulpbehoevende bij hand nemen maakt me blij’

Hûlya is reddende engel ‘Hulpbehoevende bij hand nemen maakt me blij’

Hûlya Akirmak schraagt het Eetcafé in Epe voor mensen met een lichamelijke handicap, doet de Moestuin en het Buurtcafé in Vaassen, organiseert de Straatspeeldag , maar haar grootste kwaliteit is de omgang met de dementerende mens.

Daarnaast is ze voor haar woonomgeving een reddende engel. Wanneer een alleenstaande moeder in nood zit omdat ze door haar werkverplichtingen de zorg voor een kind van zes jaar niet volledig kan nakomen vangt zij het op. Halen en brengen naar en van school, mee naar zwemles, het is voor haar vanzelfsprekend. ,,Weet je, ik zeg vaak tegen andere Turkse mensen dat ik hun passieve houding niet begrijp. Ik heb me nooit gediscrimineerd gevoeld. Het hangt voor een groot deel van jezelf af. Mijn vader kwam in 1969 naar Nederland. Hij leerde de taal, ging tolken voor de politie.  Zet je in voor de gemeenschap, geef jezelf een duw in de rug en het leven wordt een stuk aangenamer.”

Aan de Jasmijnstraat waar ze als 6-jarig kind 40 jaar geleden neerstreek weten ze dat wanneer alles tegen zit er altijd nog , die Turkse’ is om hulp te bieden. ,,Er wonen nogal wat asielzoekers in de wijk. Die praat ik met Straatspeeldag uit hun huizen. Koop zelf snoep en ijs voor de kinderen naast chips en appels die Koppel verstrekt. Eenmaal buiten drommen ze samen in een hoekje, neem ze bij de arm en  als het ‘niet verstaan’ op klinkt blijkt het communiceren met handen en voeten goed te werken. Voor een zacht prijsje een springkussen geregeld. Blijde gezichten en warmte in mijn hart.” Toen de wijk werd gerenoveerd liep ze huis aan huis mee met politie en Triada om bruggen te slaan.

Zelfbewustzijn
Ze heeft een uitgesproken mening over vrijwilligerswerk. ,,Dat is niet iets minderwaardigs, het staalt je zelfbewustzijn.” Twee nieuwe heupen en vijftien operaties hebben de positieve levenshouding niet aangetast. In De Klaarbeek heeft ze een klik met de mensen in de gesloten afdeling. ,,Niemand  vraagt om zo te worden. Je moet  begrip hebben voor afwijkend gedrag. Een man beet me in mijn arm. ‘Donder op’ zei hij. Ik heb hem gezegd dat ie me dan eerst los moest laten. Tien minuten later waren we weer vriendjes. Ik haal met zachte hand een pop weg bij een vrouw die als jonge moeder een kind verloor en zeg dat het haar bedtijd is. Je moet geduld en begrip hebben.” Elke vrijdag neemt ze een zak croissants mee. Dat onthoudt de groep wel. ,,In het begin begon ik bij ieder overlijden te janken. Dat heb ik inmiddels afgeleerd.” Inmiddels  begeleidt ze ook nog hele middagen en in weekends een vrouw die op de lijst staat voor het verpleeghuis. ,,Doe spelletjes, laat aard aardappels schillen. Als ze om koffie vraagt en boos wordt omdat-ze-toch-thee-had-gezegd roep ik dat te hebben vergeten en schudden we beiden ons hoofd. Doe de groeten aan man en kinderen die er niet zijn. Het is toch niet zo moeilijk om je een beetje in te leven?” Ze geeft ons de hele rit naar huis stof tot nadenken.

Hûga Akirmak helpt in alle sen overal met een blijde lach. ,,Materie maakt niet gelukkig; een dankbaar gezicht des te meer.”

Bron: Dick van der Veen (Veluweland)

Dit vind je misschien ook interessant!

© 2024 Media Magneet